Het Belastingplan 2023 is per 1 januari 2023 definitief geworden. Hieronder vindt u een overzicht van de belangrijkste definitieve maatregelen. Sommige maatregelen waren al vastgelegd in eerdere wetsvoorstellen.
De Eerste Kamer heeft het wetsvoorstel op 20 december 2022 aangenomen nadat de Tweede Kamer het voorstel al op 10 november 2022 had aangenomen.
Inkomstenbelasting
Hypotheekrenteaftrek
Per 1 januari 2023 is het maximale percentage waartegen aftrek van hypotheekrente mogelijk is, verlaagd naar 36,93%. Binnenkort zullen we bij een nieuw artikel hier dieper en uitgebreid op ingaan.
Middelingsregeling afgeschaft
De middelingsregeling in de inkomstenbelasting is met ingang van 2023 afgeschaft. Op basis hiervan is 2022-2024 het laatste tijdvak om middeling te kunnen toepassen. Het afschaffen van de middelingsregeling is relevant voor mensen met wisselende inkomens. Door het benutten van de regeling is het mogelijk om letterlijk de inkomens te ‘middelen’. Door deze spreiding van het inkomen over meerdere jaren kan er sprake zijn van een lagere belasting.
Periodieke giftenaftrek afgetopt
De periodieke giftenaftrek voor giften aan een algemeen nut beogende instelling (ANBI) wordt gemaximeerd op € 250.000 euro per jaar. De maximale grens van € 250.000,- euro is per belastingplichtige inclusief de fiscale partner indien van toepassing. Het aftoppen van de giftenaftrek is per kalenderjaar. Voor periodieke giften die voor 4 oktober 2022, 16:00 uur zijn aangegaan, geldt een overgangsperiode van vier jaar. Hierdoor zijn deze giften tot en met 31 december 2026 volledig aftrekbaar zijn.
Een nieuw box 3-stelsel
Hoewel het kabinet de ambitie heeft om vanaf 2026 een nieuw Box 3 stelsel op basis van het werkelijke rendement (inkomsten en waardeontwikkeling) in te gaan voeren, bevat de verzamelwet van het pakket Belastingplan 2023 een wetsvoorstel Overbruggingswet box 3 die ook is aangenomen.
Om de periode van 2023 tot en met 2025 te overbruggen, is er een heffing aan de hand van forfaitaire rendementen binnen de daadwerkelijke vermogensmix van drie categorieën: banktegoeden, overige bezittingen en schulden in de wet opgenomen.
Wanneer het vermogen binnen de drie vermogenscategorieën zijn verdeeld, wordt voor elke categorie een eigen forfaitair rendementspercentage toegepast. Hierdoor kunnen beleggers bij wie het vermogen niet vooral uit spaargeld bestaat, een hogere belastingaanslag voor box 3 krijgen. Dat geldt ook voor mensen met een schuld in box 3. Het belastingtarief van box 3 wordt bovendien in stappen van 1 procent verhoogd van 32 procent in 2023 naar 34 procent in 2025. Bent u een beginnende of ervaren vastgoedbelegger in box 3 dan is het raadzaam om een impactanalyse te laten uitvoeren.
Schenk- en erfbelasting
Jubelton verlaagd, vooruitlopend op afschaffing
De verruimde schenkingsvrijstelling van € 106.671 (2022) voor de eigen woning zal per 2024 komen te vervallen. Per 1 januari 2023 is de jubelton tot een bedrag van € 28.947 euro verlaagd. Voor kinderen is de extra eenmalige schenkingsvrijstelling hiermee feitelijk al afgeschaft.
Actualisatie ‘leegwaarderatio’
De leegwaarderatio is een waarderingsmethode voor schenken en vererven van verhuurde woningen. Daarnaast wordt de belasting in box 3 in beginsel berekend over de WOZ-waarde van een woning. Voor verhuurde woningen waarvoor huurbescherming geldt, wordt de waarde bepaald door de WOZ-waarde te vermenigvuldigen met de leegwaarderatio.
Het percentage van de leegwaarderatio hangt af van de verhouding van de jaarlijkse huur tot de WOZ-waarde. Het kabinet heeft per 2023 de percentages van de leegwaarderatio geactualiseerd. Dit heeft voor een groot deel geleid tot een verhoging van de percentages met bijna 30 procentpunten:
Verhouding jaarlijkse huurprijs tot WOZ-Waarde | Leegwaarderatio huidig | Leegwaarderatio nieuw | |
---|---|---|---|
Meer dan | Minder dan | ||
0% | 1% | 45% | 73% |
1% | 2% | 51% | 79% |
2% | 3% | 56% | 84% |
3% | 4% | 62% | 90% |
4% | 5% | 67% | 95% |
5% | 6% | 73% | 100% |
6% | 7% | 78% | 100% |
7% | - | 85% | 100% |
Overdrachtsbelasting
Tarief niet-woningen gaat omhoog
Kopers van vastgoed anders dan de eigen woning, betalen dit jaar meer overdrachtsbelasting. Het hoge tarief voor de verkrijging van onder andere beleggingspanden en een tweede woning is van 8% naar 10,4% gestegen. Het kopen van een bedrijfspand brengt vanaf 2023 een hogere overdrachtsbelasting met zich mee.
Voor starters geldt een hogere vrijstelling
Voor starters op de woningmarkt is de vrijstelling voor de overdrachtsbelasting voor starters verhoogd. Huizenkopers tussen 18 en 35 jaar betalen geen overdrachtsbelasting bij de aankoop van een woning van maximaal €440.000. Dit was in 2022 €400.000. Belangrijk om aan te geven, is dat de vrijstelling komt te vervallen als de waarde van de te verkrijgen woning hoger is dan de vrijstelling. Doorstromers die nog geen gebruik hebben gemaakt van de startersvrijstelling hebben ook de mogelijkheid om hiervan gebruik te maken.
Het is van belang de actuele ontwikkelingen van wet- en regelgeving in de gaten te houden. In 2023 zijn er meerdere evaluaties van wetgeving gepland. Dat kan leiden tot aanpassingen in de regelgeving.